Ik heb altijd nog een bezoek willen brengen aan het noorden van IJsland. Toen er agentenaanbieding van Icelandair voorbij kwam heb ik direct mijn kans gegrepen en een reis gepland naar het noorden van IJsland.
Zondagavond 25 februari vlogen we om 21:25 in ruim 3 uurtjes naar Reykjavik. Vanuit daar namen we de Flybus naar Reykjavik Bus Terminal en vervolgens werden we met een kleiner busje bij ons hotel afgezet (kosten ong € 62,-).
We verbleven één nacht in Fosshótel Baron, een leuk hotel in het centrum van Reykjavik. De volgende dag hebben we door een regenachtig Reykjavik gewandeld. Helaas had onze binnenlandse vlucht naar Akureyri een uur vertraging en was er op het kleine domestic airportje weinig te beleven. Inchecken hoeft pas 45 minuten van te voren en er is geen security. Na een vlucht van ruim een half uur waren we alweer geland in Akureyri. En wat lekker nog geen 5 minuten nadat wij het het vliegveld waren lag de bagage al op de band. Het was even wachten op de medewerker van de autoverhuurmaatschappij maar daarna konden we met onze Suzuki Jimmy met supergoed winterbanden (soort spikes zaten eronder) konden we op pad richting Mývatn. We reden via prachtige route door een besneeuwde omgeving in een uur naar Mývatn. De eerste stop van bij Mývatn Nature Baths. Heerlijk relaxen in de thermaal baden. Heel fijn!
We verbleven 2 nachten in Berjaya Mývatn hotel, heerlijk hotel. Vanuit onze kamer hadden we een prachtig uitzicht op Lake Mývatn en het kerkje. Hotel heeft 59 kamers en je kan gebruik maken van de hot tubs. Je kunt er heerlijk eten bij Mylla Restaurant, maar goedkoop is het niet. Een eenvoudig 2 gangen menu kost ISK 6900 dat is ongeveer € 46,- Ook alcohol is niet goedkoop een biertje ISK 1600 (€ 10) en een glas wijn ISK 1800 (€ 12). Des te hoger het alcohol percentage des te duurder.
Het hotel heeft ook een kleine gezellige bar waar je een eenvoudiger menu kunt krijgen zoals een pulled pork burger met patat voor ISK 3500 (€ 23).
Mývatn, het vierde grootste meer van IJsland, is een prachtige bestemming vanwege de vogels en de vulkanische omgeving. Ondanks de naam "muggenmeer" hoef je je geen zorgen te maken over beten; de muggen zijn niet stekend, maar kunnen wel vervelend zijn. Al is er in de winter geen mug te vinden. Het meer ligt in het noorden van IJsland, nabij Reykjahlid, tussen Egilsstadir en Akureyri, en maakt deel uit van de Diamond Circle-route. Het is een ideale plek om een paar nachten door te brengen.
Wij begonnen de dag met een sneeuwscooter tocht van ruim een uur over het bevroren Lake Mývatn (2 personen 1 scooter a € 142,- p.p). Via Get Your Guide hadden wij bij Geo Travel de excursie geboekt. Na een korte uitleg gingen we met onze op pad. Een helm en eventueel een overall krijg je ter plaatse. We reden over een uitgestrekt wit landschap met vele vulkaankraters. Heel erg leuk om te doen!
Op naar Hverir, wat 'hete bronnen' betekent, is een kleurrijk gebied met stoompluimen, solfataren, fumarolen en kokende modderpotten aan de voet van de Námafjall berg. Het is een geothermisch gebied met hete grond vanwege de dunne aardkorst en actieve vulkanen in IJsland. Hoewel fascinerend, is het ook gevaarlijk; blijf op de paden en vermijd de borrelende modderpoelen, die letterlijk koken. Hverir is een van de meest buitenaardse gebieden van IJsland, waar je de kracht van moeder natuur kunt ervaren, horen en ruiken.
Je parkeert je auto bij de parkeerplaats (vergeet niet een parkeerkaart aan te schaffen). Zodra je de auto uitstapt is het even wennen aan de ‘rotte-eierengeur’, oftewel de zwavellucht. Via een korte wandeling ben je bij het uitkijkplatform dat je een mooi uitzicht over het maanlandschap biedt. Ook in de winter kun je een rondje lopen in dit gebied. Doe dit zeker maar zorg voor goede schoenen i.v.m. de glibberige modder.
Nadat we onze schoenen ontdaan hadden van de ergste modder sporen reden we verder richting de Hverfjall. Hverfjall, ook bekend als Hverfell, is een grote kegelvulkaan in het noorden van IJsland, met een hoogte van 312 meter en een diameter van ongeveer 1 kilometer. Het ontstond ongeveer 2500 jaar geleden tijdens een vulkaanuitbarsting. De kraterwand is te beklimmen en biedt prachtige uitzichten over het Mývatn meer. Na wat twijfelen gingen we toch de vulkaan beklimmen. Normaal gesproken loop je zo in 20 minuten naar boven maar door de sneeuw (lees gladheid) deden we er wat langer over maar wat een schitterend uitzicht. Toch echt de moeite waard! Wil jij dit ook in de winter doen, zorg dat echt voor schoenen met een goede grip, de steile klim is anders niet te doen.
Tot slot reden we naar Dimmuborgir, een natuurreservaat bij Mývatn. Het is een grillig lavaveld met torenhoge rotsformaties en grotten, ontstaan door een vulkaanuitbarsting 2300 jaar geleden. Het gebied is vruchtbaar, waardoor mos en vegetatie gedijen. Sommige grotten zijn groot genoeg om meerdere mensen te huisvesten. Dimmuborgir is een belangrijk onderdeel van IJslandse folklore en wordt beschouwd als de poort naar de hel volgens lokale verhalen. Er zijn zes wandelroutes, variërend van 500 meter tot acht kilometer, met hoogtepunten zoals de 'rotskerk', een 2,3 kilometer lang pad dat een uur duurt. We hebben hier een korte wandeling gemaakt en genoten van de mooie omgeving.
We sloten de dag af bij Vogafjós Farm. Een guesthouse met restaurant waar je tijdens het diner kunt genoten van een uitzicht op de koeienstal. Je kunt er heerlijk eten en zelfs overnachten. Na een warme chocolademelk met slagroom reden we terug naar ons hotel.
Op naar de Goðafoss waterval, één van IJslands grootste watervallen, gelegen in het Mývatn-district, ongeveer 45 minuten rijden van Akureyri. Het water van de Skjálfandafljót rivier stort zich hier over een breedte van 30 meter en 12 meter diep. Je kunt de waterval vanaf beide oevers bekijken. Vanaf de parkeerplaats aan de westkant loop je gemakkelijk naar de waterval en langs de kloof voor prachtige uitzichten. De naam 'Godafoss' betekent letterlijk waterval van de Goden en komt volgens de geschiedenis van een boer die in 1000 na Chr. zijn afgodsbeelden in het water gooide toen IJsland het christendom aannam. Het is een van de meest spectaculaire natuurlijke bezienswaardigheden van IJsland.
Daarna reden we door een winterslandschap naar de walvishoofdstad Húsavík. Een klein plaatsje dat in de winter wel wat in rust is maar waar je nog wel steeds het water op kan om walvissen te spotten!
Húsavík, betekent huizenbaai, is een klein stadje in Norðurþing, in het noorden van IJsland aan de oostkust van de Skjálfandi baai. Ongeveer 2500 mensen wonen hier en leven voornamelijk van de visserij en toerisme. Het stadje heeft een charmante haven, een museum, een visverwerkingsfabriek, een interessante houten kerk en een informatiecentrum. Húsavík staat bekend als een van de beste plekken ter wereld om walvissen te spotten, met 23 soorten walvissen gespot in de baai. Het dorpje zelf heeft niet veel te bieden, behalve een opvallende kerk en het Culture House museum.
We eindigen de dag in Akureyri, waar we 1 nacht verblijven in Berjaya hotel Akureyri met mooi uitzicht op de piste. En dan begint het toch weer te kriebelen en dus stond ik na 16 jaar weer op de latten! Heel fijn dat je alles ter plekke kunt huren, skies, schoenen en helm ong. €50 en een skipas voor 2 uur € 37,50 p.p.
Het skiresort Hlíðarfjall – Akureyri ligt op een kleine 10 minuten rijden van de stad/ Er is 14,9 km piste om te skiën en te snowboarden. De wintersporters hebben de beschikking over in totaal 8 liften. Dit wintersportgebied ligt op een hoogte van 500 tot 1.014 m.
Het Akureyri - Berjaya Iceland Hotels ligt iets buiten het centrum. Je kunt eenvoudig naar het centrum lopen maar het hotel ligt wel op een heuvel. Het is een typisch modern Icelandair hotel met een modern ingerichte kamer en ruime badkamer. Pal in het centrum ligt het Hótel Kea by Keahotels.
Donderdagochtend reden we met de auto richting Siglufjörður, een prachtige route langs de besneeuwde kust. De weg was goed te berijden maar hier en daar wel wat gladdere stukjes. Het laatste stuk bestond uit 3 tunnels van bij elkaar 4-7 en een eenbaanstunnel van 3km.
Siglufjörður is een kleine vissersstad met charmante kleurige huisjes aan een smal fjord, ooit de haring-hoofdstad van het Noord-Atlantisch gebied. Tegenwoordig heeft Siglufjörður ongeveer 1200 inwoners en herbergt het haringmuseum veel informatie over deze tijd. Het stadje heeft enkele kunstgalerijen, cafeetjes, en winkels en bezoek maritieme Herring Era Museum, hoewel niet altijd geopend van oktober tot april. Siglufjörður is tevens bekend om zijn sneeuwval en is een van de beste skigebieden van het land.
Vervolgens reden we terug richting Akureyeri (uurtje rijden) en gingen we naar Laufas Heritage. De turfhuizen, gebouwd in 1865 in Akureyri, liggen slechts enkele kilometers van de stad en bieden een blik op de IJslandse geschiedenis van de vroege 20e eeuw. Deze huizen, bewoond door 20 à 30 mensen inclusief personeel, tonen de levensstijl rond 1900. Laufás Turf Houses & Museum biedt een inzicht in het vroegere leven in turfhuizen. In de winter is het officieel gesloten maar de huisjes zijn van buiten wel te bewonderen. Heel bijzonder. Inmiddels was het flink gaan sneeuwen en gingen we terug naar Akureyri voor een late lunch in Bláa Kannan Cafe.
Aangezien de luchthaven maar op 10 minuutjes van de stad ligt ben je hier zo. Auto maar op de parkeerplaats gezet en de sleutel achter gelaten en die verstopte key drop off box en de tassen weer ingecheckt. Inchecken voor een binnenlandse vlucht kan pas 45 minuten voor vertrek dus kom zeker niet te vroeg daar er op de airport niets te beleven is.
Na een korte vlucht van circa 40 minuten kwamen we aan op Reykjavik domestic airport. Hier moesten we helaas nog zo’n 45 minuten wachten op de transfer naar de Flybus terminal. De bus gaat maar 1x per uur, kosten circa €34,- per persoon. Vervolgens reden we in 45 minuten naar Keflavik airport waar we een taxi namen naar ons airport hotel, Konvin airport hotel. Voor 10 minuten rijden kosten ISK 6000,- oftewel €40. Er gaat ook een normale bus richting dit hotel maar wij hadden ‘s avonds laat geen zin meer op uit te zoeken waar deze vertrok.
Na een korte nacht stond om 05:00 de gratis shuttlebus naar de airport klaar. Vergeet niet om deze vooraf te reserveren. Ze hebben alleen een shuttlebus naar de airport rijden en niet andersom. Op Keflavik airport de tassen via de selfservice weer ingecheckt en na 3 uurtjes vliegen waren we terug in Amsterdam. Enorm genoten van een winters IJsland!
Belangrijk als je zelf met de auto op pad gaat. Check altijd de conditie van de wegen op road.is.
*Houd er rekening mee dat er in de winter er geregeld sneeuw valt en de wegen glad kunnen zijn. De autobanden hebben een soort spikes dus hebben goede grip maar zorg dat je reisschema flexibel is en houd het weer in de gaten.
*Zorg voor warme kleding met name laagjes en zorg voor schoenen met een goed profiel en waterdicht! De wind kan soms scherp en koud zijn dus iets om je gezicht te bedekken kan fijn zijn.
Het is ook erg leuk om de Golden Circle (het zuiden van IJsland) te combineren met het noorden van IJsland d.m.v. een binnenlandse vlucht. Tevens zijn er in diverse periodes in het jaar chartervluchten vanuit Rotterdam naar Akureyri, een binnenlandse vlucht zoals wij hadden is dan niet nodig.