Reisverslag IJsland, de perfecte stopover

Zondagmiddag vertrokken we om 13.00 richting IJsland. Na een fijne vlucht met Icelandair landen we 3 uur later op de luchthaven Keflavik. Op de luchthaven was het even wachten op de bagage. Leuk weetje is dat de IJslanders hier snel hun inkopen doen, er is naast de bagagebanden een grote supermarkt waar ze goedkoop alcohol kunnen aanschaffen. Echt goedkoop is het niet maar wel voordeliger dan elders.

Onze chauffeur en gids stond ons al op te wachten om ons vervolgens naar de Blue Lagoon te brengen. De perfecte start van onze reis! Als je zelf naar IJsland gaat en geen auto of camper huurt dan kun je met de Flybus van de airport in 45 minuten naar Reykjavik reizen, kosten ca. € 25,- pp. Met de Flybus kun je ook stoppen bij de Blue Lagoon. Klik hier voor meer info over deze transfers.

De Blue Lagoon is niet goedkoop, de entree bedraagt € 49,- inclusief het gebruik van een handdoek, moddermasker en een drankje. Reserveren is echt een must! Het is echt een aanrader om je reis te beginnen of te eindigen met een bezoek aan de Blue Lagoon. De Blue Lagoon is ontstaan uit geothermisch verwarmd zeewater. De lagune is geen natuurverschijnsel maar door de IJslanders zelf aangelegd. Het water komt uit diepe gaten, op zo’n 2000 meter diepte. Houd er rekening mee dat je in de Blue Lagoon geen IJslanders tegenkomt maar met name toeristen. De temperatuur van het water ligt tussen de 37 en 40 graden en heeft een schitterende blauwe kleur. Het water bestaat uit silica, algen en mineralen en is erg goed voor mensen die last hebben van psoriasis. Nog een kleine tip, smeer je haar van tevoren in met conditioner zodat het niet uitdroogt en je na je bezoek aan de spa je haar goed kunt kammen. Wil je geen of minder toeristen tegen komen? Ga dan naar Laugarvatn Fontana, een stuk eenvoudiger, goedkoper en minder toeristen. Een andere optie is de Secret Lagoon bij Fludir, ook al weten steeds meer toeristen deze plek te vinden. Een andere aanrader is Seljavallalaug, gelegen in een prachtige vallei tussen de watervallen Seljalandsfoss en Skogafoss. Het zwembad met warm water bestaat al sinds 1923 en is zelfs nog gratis. Klik hier voor de exacte locatie. Nadat we heerlijk gerelaxt hebben in de Blue Lagoon reden we naar ons hotel voor de komende drie nachten, Icelandair Hotel Reykjavik Nature.  Het hotel ligt op een kleine 20 minuten lopen van het centrum van Reykjavik en grenst aan de lokale airport. Gelukkig merk je hier niets van.

Dag 2:Vandaag stond de Golden Circle op het programma, een echte must see! Je kunt hem zelf rijden of zoals wij met een tour mee. We begonnen met een stop in het nationaal park Þingvellir (ook wel Thingvellir genaamd, omdat ons alfabet de Þ niet kent), één van de drie nationale parken in IJsland, dat sinds 1928 bestaat. Het park is een 6km brede en 40km lange verzakking die de geologische grens vormt tussen het Europese en het Noord-Amerikaanse continent. Hier zie je het directe gevolg van het uiteendrijven van de tektonische platen. Voor de IJslanders is dit historisch gezien een belangrijke plaats. In 930 kwam hierde volksvertegenwoordiging, het Alþing, voor het eerst bij elkaar.        

Wij maakten hier een korte maar prachtige wandeling door de Almannagjá kloof in de sneeuw!  De kloof is ontstaan door een grote aardverzakking waarbij de grond over een lengte van circa 16km met meer dan 30 meter zakte. Elk jaar bewegen de continenten zich 1 à 2 cm verder uit elkaar. Andere highlight is de 22 meter hoge waterval Öxarárfoss. Of maak een wandeling in de vallei, hier staat een schattig kerkje en een witte hoeve, waar de parkwachter woont. In de zomer vertrekt vrijwel elke dag om 10:00 een gratis rondleiding door het park.

Vervolgens maakten we een korte stop bij Laugarvatn Fontanta, dit is minder toeristisch geothermisch bad. Deze spa ligt aan het meer Laugarvatn, een deel van dit meer bevat kokend water. De inwoners gebruiken deze ‘gewone’ grond als oven. Hierin wordt dagelijks brood gebakken dat je in het restaurant kunt proeven.

De volgende stop was bij Geysir, een onderdeel van het geothermale gebied Haukadalur, waarvan Geysir en Strokkur de meest bekende zijn. De hete bron Geysir zelf is niet meer actief, je ziet alleen nog maar wat water borrelen,  maar de geiser Strokkur is nog wel actief. Deze geizer spuit circa tien keer per uur een waterzuil van 15 tot 30 meter hoogte, prachtig! Een schitterend schouwspel van water, damp en zwavellucht!  In de omgeving van deze beide geisers liggen meerdere heetwaterbronnen met blauw gekleurd water hebben. 

Na een heerlijke lunch, homemade supa bij Geysir Center, reden we verder naar de machtige waterval Gullfoss, met de sneeuw een waar plaatje! De waterval ligt een kleine 10 km ten oosten van Geysir. Gullfoss is maar liefst 20 meter breed en 70 meter diep en ontstaan door de gletsjerrivier Hvitá. De waterval wordt ook wel gouden waterval genoemd vanwege de rondzwevende nevel. Rondom de watervallen, welke trapsgewijs uitkomen in de 2,5km lange kloof, vind je verschillende uitkijken. Van het hoger gelegen uitkijkpunt zie je het water goed de Gullfosskloof instorten maar bekijk de watervallen ook vanaf de trappen en het grote plateau.

 

Na een korte stop bij de tomatenkweker Fridheimar en de IJslandse paardjes reden we terug naar Reykjavik waar het landschap weer groen was. Heb je nog niet geluncht dan kun je bij Fridheimar, in Reykholt, geniet hier van een heerlijke tomatensoep en zelfgemaakt olijvenbrood.

Even een fotostop gemaakt bij de Hallgrimskirkja in Reykjavik om daarna te genieten van IJslands nieuwste attractie FlyOver Iceland, een soort achtbaanritje over het schitterende IJslandse landschap. Echt een aanrader! Bekijk hier de trailer. De attractie is niet goedkoop, namelijk € 32,- maar wel een unieke beleving en laat je IJsland van bovenaf zien.‘s Avonds heerlijk gegeten bij restaurant Höfnin aan de haven. Na ons goed aangekleed te hebben gingen we rond half 11 op zoek naar het Noorderlicht. De voorspelling waren niet zo gunstig vanwege lage bevolking maar toch hebben we het een beetje kunnen zien, bijzonder.

Dag 3:Vandaag een stralende dag, heerlijk zon en rond het vriespunt. De zuidkust van IJsland stond op het programma, verrassend mooi! Na een korte fotostop bij de vulkaan Hekla reden we door naar de prachtige waterval Seljalandsfoss. De smalle waterval wordt gevoed door het smeltwater van de Eyjafjallajökull. Seljalandsfoss ligt in het zuiden van IJsland, direct langs de ringweg nr. 1. De waterval is bijzonder om dat er door de jaren heen een open grot achter is ontstaan, waardoor je achter de waterval langs kunt lopen. Dit pad was nu helaas gesloten vanwege de gladheid. De waterval is maar liefst 60m hoog, het water stort met een enorm kabaal naar beneden. Helemaal schitterend als er een regenboog zichtbaar is. Wandel je nog iets verder dan zie je nog een paar andere, kleinere watervallen. Iets verderop ligt de mooie waterval Gljúfrabúi.

De Seljalandsfoss en Skógafoss liggen dichtbij elkaar, het is maar 15 kilometer rijden. De tweede waterval Skógafoss is een bredere waterval omringt door een prachtige groene omgeving. Beklim de trap naar boven (ca.10 minuten)en geniet van een mooi uitzicht over de waterval en omgeving. Reis je met een camper dan kun je bij deze watervallen overnachten, geniet van deze prachtige omgeving!

Verder naar het zuiden vind je de mooie zwarte stranden van Vík. Wij stopten bij Reynisfjara Beach, je kunt hier over het strand lopen en de bijzondere Reynisdrangar (Trolrotsen)  bekijken. De stranden rond Vík bestaan uit basalt, een vulkanisch gesteende dat gevormd wordt door de stolling van lava. Volgens een oude legende zijn de, uit basalt bestaande, rotsen de resten van een schip dat door trollen uit de zee is getrokken. Toen zij verrast werden door het felle zonlicht versteenden de trollen samen met het schip. Ben je niet met een georganiseerde tour meer ga dan ook naar Dyrhólaey op ongeveer 20 minuten rijden van Vík. Dyrhólaey is een schiereiland en ligt iets hoger. Geniet hier van een prachtig uitzicht over de langgerekte zwarte stranden. Het schiereiland is met name bekend vanwege haar natuurlijke boog die je hier vindt. Deze 120 meter hoge boog is ontstaan door de kracht van het zeewater. Tevens vind je hier regelmatig papegaaiduikers. Ze komen hier in april aan wal om eieren te leggen en eind augustus verlaten ze IJsland met hun hangen. De beste kans om ze te spotten is vroeg in de ochtend of laat in de avond, overdag zitten ze in het water. Tijdens het broedseizoen (mei-juni) is de Dyrhólaey Arch gesloten en kun je niet verder lopen dan het Dyrhólaey Lighthouse.

In het kleine plaatsje Vík, dat ’baai in het veendal’ betekend,  met maar iets van 300 inwoners genoten we van een lunch (Hamburger met friet en 7up ISK 2350/EUR 17). Vík, is een oude handels- en vissersdorp en tegenwoordig een belangrijk uitvalsbasis voor een bezoek aan de Mýrdalsjökull-gletsjer en de vulkaan Katla. In Vík valt de meeste neerslag van IJsland.

Tot slot maakten we een wandeling tot aan de voet van de gletsjer Sólheimajökull, een uitloper van de Mýrdalsjökull, de vierde grootste gletsjer van IJsland.  Je kunt de gletsjer makkelijk op eigen gelegenheid bezoeken. Vanaf de parkeerplaats loop je in een kwartiertje naar de voet van de gletjser. Eerst loop je langs een riviertje, waar het flink naar zwavel stinkt. De gletsjer ligt onder een actief vulkanisch gebied, waaronder tevens de gevaarlijke vulkaan Katla ligt. Ook leuk is een gletsjerhike, onder begeleiding van een gids wandel je dan over de gletsjer, dit kan vanaf een uur tot hele dagtochten.

Helaas vlogen we de volgende ochtend vroeg weer terug naar Nederland maar je kunt ook doorvliegen naar Amerika. Een hele leuke stopover mogelijkheid!

Wat een prachtig land, hier wil ik meer van zien!